Behandelplannen staan centraal in psychotherapie, maar de manier waarop ze regelmatig worden opgesteld en gebruikt, kan ethische problemen opleveren.
Het behandelplan is een document dat door de therapeut en de cliënt is opgesteld en waarin de huidige problemen van de cliënt, hun gewenste doelen en doelstellingen die, indien voltooid, moeten worden geïdentificeerd om die geïdentificeerde doelen te bereiken. Naar verwachting wordt het behandelplan binnen de eerste paar sessies na de eerste intake definitief en geïmplementeerd.
De meeste therapeuten en instanties gebruiken vaak de rationele/planningsbenadering behandelplannen te maken. Deze benadering is gerelateerd aan een standaard medisch behandelmodel:
Het medische behandelmodel wordt afgedwongen door verzekeringsmaatschappijen, vergunningverlenende instanties en instellingen voor geestelijke gezondheidszorg. Het is een nobele bedoeling om een bepaald probleem vroeg tijdens de eerste beoordelingen te identificeren en alle klinische inspanningen te leveren om een duidelijk doel te bereiken dat het probleem van de cliënt oplost. De rationele/planningsbenadering wordt verondersteld de therapie op een duidelijke lineaire manier te leiden, de kosten te verlagen, wederzijds overeengekomen doelen te bieden en een duidelijk eindpunt van de therapie te definiëren. En ik wil duidelijk zijn; het stroomlijnen van het therapeutische proces is geen slechte wens.
De rationele/planningsbenadering wordt vaak aan studenten en therapeuten geleerd, en dat is ook wat de echte therapiewereld (verzekeraars) wil.
Maar mensen zijn niet allemaal hetzelfde en de therapeutische relatie is nooit uniform. Dus hoe kan de rationele/planningsbenadering de beste en meest geschikte ethische optie zijn voor behandelplanning? Volgens Rune Mølbak in zijn artikel getiteld Het therapeutisch moment cultiveren: van planning tot ontvankelijkheid in de therapeutische praktijk , zijn er drie veronderstellingen waarop de rationele/planningsbenadering is gebaseerd, en die veronderstellingen roepen ethische therapeutische problemen op.
De eerste veronderstelling is dat we het probleem van een cliënt van tevoren kunnen definiëren, door middel van een diagnostisch interview, psychologische tests of een rationeel samenwerkingsgesprek met de cliënt.
Een therapeut mag geen vertrouwen hebben in het vermogen van de cliënt en zijn eigen vermogen om te weten wat het beste traject van psychotherapie zal zijn voordat psychotherapie zich ontwikkelt. De reis om dingen over jezelf te ontdekken - dingen als 'met welke problemen en doelen heb ik echt te maken?' – gebeuren als psychotherapie zich ontvouwt, niet tijdens de eerste intake. Bovendien gebeurt deze therapeutische ontdekking in verschillende snelheden voor verschillende mensen.
De tweede veronderstelling is dat therapie een lineair proces is waarin doelen vooraf bepaald kunnen worden en gedurende de therapie stabiel zullen blijven.
Geen enkel therapeutisch traject is ooit duidelijk lineair geweest. Om dit te illustreren: wanneer heb je in je eigen leven ooit een groot emotioneel of gedragsprobleem snel, efficiënt en zonder mislukkingen of afnemende motivatie opgelost? Het leven van een mens is moeilijk en vol afleidingen en mislukkingen, en elke behandeling, zowel psychologisch als medisch, zal ook momenten van mislukking hebben en de noodzaak om nieuwe benaderingen te proberen.
De derde veronderstelling is dat de therapeut de regie heeft over het therapeutische proces en de behandeling rationeel en doelgericht kan sturen.
Vanwege de miljoenen factoren die bijdragen aan normale, niet-lineaire psychotherapie, hebben therapeuten geen controle over het therapeutische proces; althans niet op de manier die de rationele/planningsbenadering veronderstelt. Een meer ethische benadering van psychotherapie is niet-controlerende, werken aan het creëren van een omgeving waarin cliënten actieve agenten in hun leven zijn.
Mølbak gaat diep in op de problemen van deze aannames, en zijn argumenten zijn overtuigend, waarbij hij de eerder genoemde drie aannames benadrukt als het probleem van de rationele/planningsbenadering.
Het is gemakkelijk om gaten in een theorie te porren en dan weg te lopen, meer kwaad dan goed aanrichtend, maar Mølbak gaat verder met het uitleggen van een alternatieve benadering van psychotherapie, die van een procesgerichte benadering gebaseerd op drie verschillende veronderstellingen:
De procesgerichte benadering van Mølbak is een betere en meer ethische benadering van behandelplanning, in die zin dat het niet op een ongepast voorbarige en inflexibele manier de cliënt zijn problemen en doelen oplegt.
Maar hoe kan een procesgerichte benadering worden gebruikt in een therapeutisch systeem dat het medisch rationele planningsmodel beloont en bewijs van medische noodzaak en versnelde resultaten vereist?
Kan een ethische implementatie van behandelplanning inhouden dat eerst wordt geprobeerd problemen zo goed mogelijk te identificeren om te beginnen met een begeleide behandeling, zoals een rationele/planningsbenadering, maar ook om het behandelplan een iteratief document te laten zijn dat veranderingen verwelkomt als gevolg van het onvoorspelbare therapeutische proces ?
Dit is de ideale situatie en het vereist dat de cliënt en de therapeut zich bevoegd voelen om actief betrokken te zijn bij het definiëren van problemen en doelen tijdens hun reis door psychotherapie.